Zijl of Ziel

65

Zijl of Ziel? Die vraag doemde bij mij op toen er ineens twee zwart geschilderde plantenbakken voor de boerderij op de hoek Raadhuisstraat-Oude Goorseweg stonden. Op de voorzijde twee witte paarden. Daar tussenin de woorden: ‘De Zijl’. En dat allemaal op het erf van ZielsJan, bij de burgerlijke stand beter bekend als Jan Lusink.

Zijl of Ziel? Met een brede glimlach keek ZielsJan me aan. ‘Mijn betovergrootvader’, zij hij, ‘was niet alleen boer maar ook schipper. Dat was nog in de tijd dat je hier haventjes had. Want Zijl betekent haven. ’t Zit ook in woorden als Blokzijl en Delfzijl.’

Dat laatste klopt. Maar de schriftgeleerden houden vol dat ‘zijl’ een oud woord is voor sluis. In een decreet van Lodewijk Napoleon (1808) lees ik dat ‘de schuiten met koopmanschappen van Deventer naar Haaksbergen met Diepenheim en Goor als eindbestemming bij Westerflier de Zijl moeten passeren.’

Mensen die al wat langer in Diepenheim wonen, herinneren zich de aanleg van een nieuwe riolering in de Raadhuisstraat. Toen werden bij graafwerkzaamheden restanten van 500 jaar oude meerpalen blootgelegd. En jawel, in het zuidelijke deel van de Middenstraat was ooit een haventje bij het pakhuis van de daar wonende joodse lompenboer. Het moet daarbij zijn gegaan om vertakkingen van de Nijenhuizerleiding die uitkwam in de Regge. Het riviertje werd ooit bevaren door Enterse zompen. Een van de schippers van destijds moet de betovergrootvader van ZielsJan zijn geweest.

Blijft de vraag of er een verband bestaat tussen Zijl en Ziel. Dat is er. De Zijl werd vroeger uitgesproken op z’n Deeps, dat wil zeggen: de Ziiiiele, met een langgerekte ‘i’. Toen iedere familie op last van Napoleon een geregistreerde achternaam moest hebben, lag het voor de hand dat de boer (of de boeren) die naast een ‘Ziiiiele’ woorden, zich Ziel lieten noemen. Zodoende.

Henk Boom