De kogel is door de kerk. Nee, gelukkig niet door de Johanneskerk maar gewoon: door de kerk. Of misschien moet ik zeggen: de kogel is door de kark? Want kark is tenslotte algemeen beschaafd Twents, lees ik in Twents in Woord en Gebruik. Maar Twents is nog geen Deeps. ‘Ie’j kunt toch wa Deeps’, zei mijn vroegere buurvrouw als we een taalprobleem hadden tijdens de koffie. Dus in goed Deeps wordt het: de kogel is door de karke. Maar niet in Markelo. Daar zeggen ze dat de kogel door de káárke is.
Waarom zeg ik dit? Omdat de ANWB een knieval heeft gemaakt voor onze taalvaardigheden. Wat in Friesland al heel normaal is, kan nu ook in Twente: tweetalige plaatsnaamborden. Rijssen en Holten hebben het spits afgebeten. Wie daar per fiets of auto binnenkomt, kan lezen dat hij (of zij) is aangekomen in Riessen en in Hoolt’n. En dat spreek je uit zoals het staat geschreven, zou Herman Finkers zeggen.
Het kan daarom slechts een kwestie van korte tijd zijn of op de vijf invalswegen in Diepenheim staan straks borden met het opschrift Deep’n. Met aan de achterzijde, voor degenen die Diepenheim verlaten, het uitnodigende ‘weerkom’n’.
Maar daar zijn we er nog niet mee. De bordjes richting Nijenhuis moeten worden aangevuld met Niej’nhoes. En wat nu met het Huis Diepenheim? Navraag heeft mij geleerd dat het moet gaan om ’t Hoes te Deep’n. Ottenhuis is makkelijker: Ott’nhoes. En De Pol? Ik zou het niet weten.
Eén naam zal zich niet makkelijk lenen voor een Deeps equivalent. Kunstvereniging had nog gekund met Kunsennoabers. Maar het Drawing Centre blijft zoals het is. Alhoewel. Tekenen deed je vroeger uitsluitend met potloden. Dan is er toch nog een wat archaïsch equivalent in het Twents: ’t Potleu Hoes. Maar of dat ook goed Deeps is?
Henk Boom