Het stationsgebouw
Station Diepenheim was een station aan de voormalige spoorlijn Neede-Hellendoorn. Het treintje Bello reed er van mei 1910 tot januari 1935. Bello was de bijnaam van stoomlocomotief NS 7742, een type dat op meerdere trajecten in het land werd ingezet. Tot 1926 werd er met steenkool “onder stoom” gereden en vanaf 1926 werd er dieselolie gebruikt.
Het stationsgebouw in Diepenheim werd in 1908 gebouwd. Het gebouw had voor de stationschef een ruim woongedeelte met een puntgevel. Aan de rechterkant een goederenloods en aan de linkerkant een plaatskaartenbureau, een hal met een loket en een wachtkamer.
De spoorlijn werd aangelegd op initiatief van de textielfabrikanten. Maar ook de plaatselijke landbouw en veeteelt konden meeprofiteren. Geregeld werden er koeien of varkens vervoerd. De schuin oplopende veelading was voor de Diepenheimse jeugd, met name in de winter, een prachtige speelplaats. Bovendien werden granen, kolen en veekoeken aangevoerd en werd er hout afgevoerd voor de papierindustrie en de mijnen in Limburg.
De in 1915 opgerichte Coöperatieve Aankoopvereniging CAV bouwde in 1930 naast het stationsgebouw een pakhuis met een eigen spooraansluiting. De spoorweg werd in 1935 opgeheven, maar de CAV breidde uit en eind jaren vijftig werd het voormalige stationsgebouw aangekocht. Gelukkig was de gemeente Diepenheim zo verstandig geen sloopvergunning af te geven voor dit historisch gebouw. Uiteindelijk heeft de Coöperatie het pand in 1987 verkocht aan de Schutterij.
De spoorlijn lag vanuit de Lindelaan gezien aan de achterkant van het stationsgebouw. Er waren drie spoorwegovergangen in Diepenheim, namelijk in de Ruimersdijk, in de Goorseweg en in de Haaksbergerstraat. In eerste instantie geen bewaakte overgangen, maar burgemeester Robert graaf Schimmelpenninck ging met “het spoor” praten en vervolgens kwamen er in die straten toch spoorwegbomen. De spoorweg liep verder via de Veldhoek en een brug over de Schipbeek (nabij de Oude Sluis) naar station Het Halt aan de Noordijkerveldweg.
Vanaf het begin bleef het reizigersvervoer op het gehele traject ver beneden de verwachtingen. Het goederenvervoer kreeg steeds meer concurrentie van de vrachtauto. Bovendien was men in 1930 begonnen met het graven van het Twentekanaal, ook een geduchte concurrent in de aan- en afvoer van de industrie in Twente. Bij Goor zou een dure spoorbrug gebouwd moeten worden. Het is er niet van gekomen. Op 14 januari 1935 werd de exploitatie van het personenvervoer over de spoorweg Neede-Hellendoorn beëindigd. Eén jaar later werd ook het goederenvervoer opgeheven en verdwenen de rails weer uit het landschap.