Ter gelegenheid van het 800-jarig bestaan van de Johanneskerk in Diepenheim werd er een reliëf van Henny in de kerk geplaatst dat al dateerde uit zijn studietijd.
Hij vertelt, terwijl de houtkachel brandt in zijn atelier, hoe het is gegaan. Tijdens zijn jeugd met een oudere broer in het gezin was Henny al bezig met tekenen en schilderen. Plaatjes natekenen en na de lagere school en LTS in Lochem volgde een grafische opleiding. Nadat die studie was voltooid ging hij naar de AKI in Enschede. Bij de vlaggenfabriek in Markelo had hij destijds een baantje en mocht hij af en toe iets ontwerpen: “Alle studies en ontwikkelingen hebben ertoe gedaan, dat ik nu ben wie ik ben en met voldoening heb gedaan wat ik deed!” Tijdens de studie in Groningen bij Minerva, waar hij op kamers woonde op de bovenste verdieping van een pakhuis, begon het ‘echte’ werk. Voor de opdracht een reliëf te maken van witte chamotte, een kleisoort, bekend in de pottenbakkerswereld, maakte Henny een reliëf in 8 gelijke delen. Van het openluchtspel Regenwice, waarin zijn tante in de jaren ‘50 had meegespeeld rondom de watermolen, had Henny het script gekregen. Daarin werd die geschiedenis uitvoerig omschreven. Henny is jaren Zwarte Piet geweest in het stadje en zo werd het bij burgemeester en wethouders bekend en kreeg het kunstwerk een plaatsje in de hal in het nieuwe gemeentehuis. Toen dat gebouw na de gemeente-fusie werd afgebroken lag het in stukken achter in het Ottenhuis. Henny was intussen rustig doorgegaan met maken van diverse bronzen beelden, kunstwerken waar er een groot aantal van in Diepenheim zijn geplaatst. Om een goede beeldhouwer te zijn moet je goed kunnen kijken: “Niet zo maar kijken, maar tot in detail, altijd observeren en waarnemen. Iets wat nooit weggaat.” Ook heb je steun van familie nodig en Janny was altijd daarin zijn maatje. Henny vertelt dat een kunstenaarsleven soms best pittig is. Je hebt te maken met lange wachttijden tot er een bronsgieter beschikbaar is. Je moet ruim van te voren kijken wat de deadline is en wanneer je moet beginnen. Ook nu hij op AOW-leeftijd is zal het nooit hobbymatig worden, daar heeft hij anderen dingen voor: de tuin, wandelen, zwemmen, fietsen en houtzagen voor in zijn houtkachel.