Diakonie en provisorie door Old Deep’n

74

Armoede is van alle tijden, maar was eeuwen lang een zorg van de kerk. De eerste armenwet uit 1854 kende het recht van de bedeling nog toe aan de kerkelijke liefdadigheid. Pas in 1965 werd bij wet geregeld dat de overheid verantwoordelijk is voor het armoedebeleid en de schuldhulpverlening.

In Diepenheim was de diakonie van de kerk belast met de zorg voor de armen. Bovendien hadden we hier de provisorie van Borgmannen en Burgemeesters, een fonds waaruit “ad pios usus” (ten bate van de behoeftigen), hulp werd geboden. In de 18e eeuw liepen de administratie van de kerk en van de provisorie nogal eens door elkaar. De armenkas van de kerk werd gevoed door opbrengsten van stukken grond die verpacht werden. Ook bezat de kerk enkele huizen die aan armen beschikbaar werden gesteld. Het grootste armenhuis, gelegen in de Grotestraat, tussen de huidige Raadhuisstraat en het Rosarium, bood op een gegeven moment onderdak aan negen personen en werd in de volksmond “het klooster” genoemd.

Het leven in Diepenheim van rond 1800 was sober en er was veel armoede. In de administratie van de diakonie werd precies bijgehouden aan wie en welke hulp geboden werd. De hulp kon allerlei vormen aannemen: geld, turf, brood, geneesmiddelen (“zalf voor op het been”). Soms kreeg iemand hulp in de vorm van een schepel rogge. In de boeken van de provisorie lezen we: “op 5 februari 1806 aan de zieke vrouw Wolbers gegeven: 6 stuiver”. En in dezelfde maand nog “aan een inwoner die een beest afgestorven waar: 10 stuiver”. Maar er was ook hulp aan mensen van buiten Diepenheim: “Aan een kolletand van Markulo die zijn huis in malkander gevallen waar: 4 stuiver”. En in 1808 “aan een soldaten vrouw met 3 kinderen: 8 stuiver”. De administratie van de diakonie en de provisorie is een rijke bron van informatie over de sociale geschiedenis van die tijd.

Meer hierover is te lezen in het boek “Timmerman in Diepenheim” over stad en land, leven en werk in de achttiende eeuw, geschreven door Jaap van Soest en in 2019 uitgegeven door Old Deep’n.

Uit het fotoarchief

Grotestraat met rechts het bodenhoes (nu Drawing Centre) en na de tuin de plek waar voorheen het armenhuis van de kerk heeft gestaan (foto plm. 1925).
Vorig artikelBericht van Stichting SPOED
Volgend artikelMartin Schreur, de nieuwe eigenaar van De Spar