De Olympische Winterspelen

44

Vrijdag 11 februari, de winterspelen zijn halverwege, schrijf ik mijmerend deze column:

Stel!… Stel hè… Nederland zou op dezelfde geografische hoogte liggen als Duitsland:

De Sallandse heuvelrug en de Veluwe zijn middelgebergten en de heuvels van  Zuid – Limburg vormen de Beierse Alpen met de Vaalserberg als Zugspitze.

Is Duitsland niet zo’n goed voorbeeld? Dan komt Oostenrijk in aanmerking: ongeveer even groot, prachtige meren om te schaatsen, terwijl de natuur de ijscondities bepaalt, (en niet de ijsmeester van Thialf, meneer van der Poel) en geweldige gelegenheden voor alle andere wintersportonderdelen.

Dan garandeer ik u dat de Winterspelen NIET bestonden. Waarom niet?

Simpel, omdat, op een enkele uitzondering na, hier en daar, alle medailles voor Nederland zijn en er voor de andere landen alleen de kruimels overblijven.

Symptomatisch vind ik de 1500 meter bij de mannen.

Medal Plaza woensdag 9 februari!!

In het midden Kjeld Nuis, rechts van hem Thomas Krol, beiden robuuste jongens van de gestampte pot,  de vruchtbare Nederlandse klei, woest en onvervaard, met naast hen een Koreaantje, maar dan ook een heel kléín Koreaantje. (niet in de pen klimmen, is niet denigrerend bedoeld.)

Als het Wilhelmus klinkt zijn de Nederlanders vol in beeld en van Kim komt alleen zijn jongenshoofd boven de rand van het beeldscherm uit. Begrijpt u?  En dan heb ik het nog niet eens over de onverschrokken gouddelvers Wüst, Schouten en Schulting, die op het juiste moment weten te pieken (mooie woordspeling op de derde alinea).

Natuurlijk chargeer ik, dat weet ik best, maar als je het alleen van de schaatsonderdelen moet hebben en dan in het medailleklassement zo hoog eindigt, voor gerenommeerde wintersportlanden, dan is dit wel héél bijzonder.

Of eh…  toch maar weer een vergelijk met Duitsland:

“Wilhelmus van Nassouwe ben ik van Duitschen bloed,”…………

Casper Bruinink