Het was in 2001. Ik was 53. Na een bezoek aan mijn bergvriend en klimmaat Frits in Vila Soeiro in Noord Portugal reisden we met auto en tent door naar Andorra. Daar hadden andere bergvrienden hun kamp opgeslagen. We waren wat later vanwege ons bezoek aan Frits, derhalve hadden we de beklimming van de Canigou gemist. Jammer, maar het was niet anders. Vandaar dat we ons maar vermaakten met een fikse bergwandeling in de buurt van de camping. Op onze rondtocht passeerden we een ander topje waarvan me de naam is ontschoten. Men wilde verder, maar ik wilde perse naar boven, het leek niet te moeilijk. Op een naastgelegen wandje was men aan het rotsklimmen, ik hoorde dat aan het roepen. Het was een leuke uitdaging en inderdaad niet te moeilijk een half uur later zat ik op het topje. Terwijl ik daar zat uit te blazen hoorde ik van beneden:” Un Aigle, un aigle”. Vanuit de diepte dook een machtige arend voor mijn neus op. Op zo’n 5 meter afstand bleef hij op de thermiek voor mijn neus zweven. Ik was sprakeloos en ik moet met open mond hebben gekeken. Hij bleef daar hangen in de lucht voor mijn neus. Sturend met zijn vleugels met zijn kop draaiend om mij goed op te nemen. Het leek een eindeloos moment. Toen dook hij schuin weg naar beneden en verdween net zo als hij gekomen was. Mij waarschijnlijk met open mond in opperste verbazing achterlatend. Na een diepe zucht van deze ervaring keek ik naar mijn handen. Het fototoestel had ik schietklaar maar niet gebruikt. Natuurlijk de beklimming van de Elbroes, de overschrijding van de Pelvoux en andere mooie beklimmingen waren onvergetelijk. Maar een ontmoeting met een arend zo dichtbij………….. en alleen ik kan het navertellen.
Ton Besling