Vijf gemeenten hebben een gezamenlijk voorstel voor de gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt.
Voor de financiering is een indicatieve raming van ongeveer 700 miljoen euro gemaakt.
De gemeenten Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo en Hof van Twente, samen deelgebied Zuidoost–Twente (ZOT), hebben een gezamenlijk voorstel opgemaakt voor de gebiedsgerichte aanpak van Zuidoost–Twente. Daarmee geven zij invulling aan het Provinciaal Programma
Landelijk Gebied (PPLG)
De afgelopen maanden heeft de provincie Overijssel samen met al haar gebiedspartners
gewerkt aan het opstellen van het PPLG. De gebiedsgerichte aanpak moet antwoord geven op de vraag hoe we met elkaar zorgen voor een vitaal platteland. De uitdagingen zijn groot.
Daarom moeten er oplossingen komen voor bijvoorbeeld een toekomstbestendige landbouw, natuurdoelen, robuust watersysteem, leefbaarheid en klimaat. De drie uitgangspunten die daarbij voor de Zuid Oost Twentse gemeenten van belang zijn: werken van onderop, ruimte voor maatwerk en gezamenlijk met inwoners en ondernemers optrekken (participatie).
Lokaal vormgeven
De gemeenten hebben een concreet voorstel gemaakt om de gestelde doelen op een
verantwoorde en passende manier te halen. De komende periode gaan de gemeenten in
gesprek met de partners; de provincie, de waterschappen, de terrein beherende organisaties, de landgoederen en agrarische organisaties om dit voorstel verder uit te werken. Ook is het contact met inwoners en ondernemers belangrijk. Om gezamenlijk te komen tot een uitvoeringsagenda van en voor het gebied. De betrokken wethouders Vermorken, Geerdink (Borne), Van den Berg (Enschede), Scholten (Haaksbergen), Luttikholt (Hengelo) en Meulenkamp (Hof van Twente) benadrukken dat de uitvoering van de gebiedsgerichte aanpak vooral lokaal vorm moet krijgen. “In een aantal gebieden binnen Zuidoost–Twente wordt nu al gewerkt aan een eigen uitvoeringsagenda. Met die mooie aanpak gaan wij graag verder”, aldus de wethouders van de vijf gemeenten.
Vertrouwen en gunnen
Om het voorstel en de organisatie verder uit te werken is wederzijds vertrouwen een
voorwaarde. Dat betekent ook dat de partners elkaar iets gunnen en met elkaar in gesprek
blijven. De gemeenten hebben het herstel van vertrouwen tussen inwoners, ondernemers en de overheid hoog op hun actielijst staan. Hiervoor voeren zij onder andere gesprekken en maken afspraken met de agrarische ondernemers. Wat de wethouders betreft kunnen er alleen stappen worden gezet als we samenwerken en er sprake is van perspectief voor agrarische ondernemers.
Het vervolg…
De gemeenten hebben het voorstel en de indicatieve raming van ongeveer € 700 miljoen
voorgelegd aan de provincie en de bestuurlijke partners. Gert Harm ten Bolscher, gedeputeerde van de provincie Overijssel, is positief: “Wij zijn erg enthousiast over deze aanpak. Dit geeft invulling aan de aanpak zoals we die als provincie voor ogen hebben: gebiedsgericht werken samen met de ondernemers, inwoners, gemeenten en andere betrokken uit de gebieden. Geen plannen van bovenaf, maar vanuit de gebieden zelf op een schaalgrootte waarin de betrokkenen elkaar kennen en de kennis van het eigen gebied benutten. Wij gaan graag in gesprek om deze aanpak verder uit te werken tot concrete plannen”.
De komende maanden vinden er gesprekken plaats om tot een gezamenlijke uitvoeringsagenda te komen. De landelijke ontwikkelingen rondom een eventueel landbouwakkoord worden daarbij nauwlettend gevolgd. In oktober organiseren de vijf gemeenten een landbouwcongres om de uitvoeringsagenda te bespreken.